Juridische strijd voor kunuku gronden

KRALENDIJK – De juridische strijd tussen de overheid en de afstammelingen / gebruikers van kunuku gronden gaat door. Volgens de wet is er geen duidelijkheid wie de werkelijke eigenaar is van deze gronden die in totaal 400 duizend vierkante meter beslaan.

Het lijkt erop dat er geen einde komt aan deze strijd die in de rechtbank gevoerd wordt maar ondertussen stijgen de kosten van de voortzetting van deze juridische procedure.

Het gaat om de volgende terreinen: Nikiboko 19.820 m², Rincon 27.750 m², Tera Kòrá 5.680 m² + 12.270 m², Tera Kora 2.733 m², Tras di Montaña 29.000 m² , Yatu Baku 49.200 m² Washikemba 274.250 m², Zuid Nikiboko 1.445 m²

Door het tijdsverloop, maar ook door gebrekkige registratie in het verleden van de gegevens van de burgerlijke stand en door het feit dat Bonaire lange tijd geen vaste notaris had, is het in dit soort zaken bijna onmogelijk om tot een normale afwikkeling te komen. Er zitten gaten in de stamboom, er zijn inmiddels vaak honderden personen die deelgenoot zijn in de nalatenschappen, en er zijn te veel deelgenoten onbekend of onvindbaar.

Juridisch en economisch zijn deze terreinen een soort niemandsland. Gebruikers/afstammelingen kunnen zich (gevoelsmatig) als rechthebbende beschouwen, maar zij kunnen ‘hun’ perceel niet overdragen, niet verhypothekeren en niet aan hun kinderen nalaten.

Tijdens deze juridische strijd stelde de rechter voor dat de regering de aankoop van deze gronden zou kunnen overwegen. Openbaar Lichaam Bonaire (OLB) zou dan een bedrag betalen aan de nakomelingen of gebruikers van de gronden. Zo wordt OLB wettelijk eigenaar van al deze gronden. Na een aantal maanden heeft OLB de rechtbank meegedeeld dat zij hiermee instemde, aangezien dit het algemene belang ten goede kwam.

Het OLB stelt voor om voor de waarde van de gronden uit te gaan van het ‘Besluit Grondwaarden 2010’. Dit zou voor de meeste zaken uitkomen op een prijs van USD 2,00 per m2.

De belanghebbenden in alle zaken vinden die prijs onredelijk laag en volgens hen moet worden uitgegaan van de marktwaarde.

Om te een beslissing te komen heeft de rechter het OLB enkele vragen voorgehouden. Zijn de waarden in het ‘Besluit Grondwaarden 2010’ nog actueel, en zo nee, ligt aanpassing in het verschiet?  Wat is de waarde van de desbetreffende terreinen volgens de meest recente waardebeschikkingen vastgoedbelasting? Wat vindt het OLB een redelijke en billijke vergoeding voor de te verwerven terreinen, mede in acht genomen de historisch gegroeide (vermeende) aanspraken van belanghebbenden?

Op 17 oktober 2023 zal het gerecht de zaken verder behandelen.