AANVAL OP DE S.S. CRIJNSSEN (1)
Door: Boi Antoin
De scheepvaartgeschiedenis van de Nederlandse Antillen kent vele tragedies, die in de wateren rond de eilanden hebben plaatsgevonden. De meeste tragedies hebben zich in de periode van de Tweede Wereld Oorlog (1940-1945) voorgedaan. Duitse onderzeeërs verkeerden vaak in het Caribische gebied en wanneer zich een gelegenheid voordeed, schoten ze torpedo’s op zowel olietankers als koopvaardijschepen. De KNSM (Koninklijke Nederlandse Stoomboot Maatschappij) heeft vele schepen verloren door aanvallen uitgevoerd door de Duitse U-Boats. Vandaag het eerste deel van de aanval op het s.s. Abraham Crijnsen van de KNSM.
De grootste tragedie op het water, die zich gedurende de Tweede Wereld Oorlog heeft voorgedaan, vond echter plaats in februari 1942, op het moment dat een Duitse onderzeeër verschillende olietankers van Lago (Esso) getorpedeerde. Deze olietankers waren Oranjestad, Pedernales en San Nicolas en bevonden zich tussen Aruba en Venezuela. Tijdens deze actie hebben veel Bonairianen het leven verloren.
Daarnaast waren ook de olietankers van de Curaçaosche Scheepvaart Maatschappij (CSM), ook bekend als de schepen van Isla (CPIM-Shell), betrokken in de tragedies op zee gedurende de Tweede Wereld Oorlog. In dit verband kunnen de volgende olietankers worden 4 .De tragedie van Crijnssen Toen SS Crijnssen zich ten zuiden van Cuba bevond, werd deze getorpedeerd door een onderzeeër en zonk daarna onmiddellijk. genoemd: Rosalia en Raphaela.
Voorts kan ook worden vermeld dat ook de schepen van de Koninklijke Nederlandse Stoomboot Maatschappij (KNSM) niet aan de aanvallen van de Duitse onderzeeërs zijn ontkomen. Één van deze schepen was de SS Crijnssen, een stoomboot, welke zowel vracht als mensen vervoerde.
Verschillende Bonairianen voeren aan boord van de schepen van KNSM. In 1942 voeren aan boord van Crijnssen twee Bonairianen, Vicente Herman (Manchi) Provence en Egidio Hendrik (Bu Yen) Statie. Ze hebben een heel interessant avontuur meegemaakt, nadat een torpedo hun schip heeft geraakt. Manchi was ten tijde van de tragedie ongeveer reeds een maand werkzaam aan boord van de Crijnssen.
De stoomboot Crijnssen is in het jaar 1919 gebouwd en in deze serie, met andere woorden dezelfde soort stoomboten, waren er ook ss Stuyvesant (1918-1950) en ss Van Rensselaer (1920-1940). Crijnssen woog 4298 g.r.t. Het was namelijk zo dat Crijnssen uit Suriname vertrok naar New Orleans, de staat Louisiana, New York. Crijnssen was volgeladen met koffie.
Op deze tocht heeft de stoomboot een eerste stop gemaakt in La Guaira, Venezuela, waarna het zijn route naar Curaçao vervolgde. Vanuit Curaçao zou het direct naar New Orleans varen. De reis verliep goed. Het was vanzelfsprekend dat, gezien het feit dat er oorlog was, de kapitein en de bemanning op hun hoede waren voor Duitse onderzeeërs, die de Caraibische wateren onveilig maakten.
Echter, toen SS Crijnssen zich ten zuiden van Cuba bevond, werd deze getorpedeerd door een niet geïdentificeerde onderzeeër en zonk daarna onmiddellijk. De bemanning en de passagiers moesten snel handelen, waarbij het hun lukte om aan boord van een reddingsboot te klimmen, waarin ze ongeveer een dag zijn blijven drijven.
Foto: SS Abraham Crijnssen van de KNSM.