Nzume-Anousha-Hallo-witte-scholen

Iedere twijfel weggevaagd

Door Cees Luckhardt over het boek: Hallo witte scholen

Met haar tweede aan ‘’witte mensen’’ gerichte boek maakt Anousha Nzume voor haar lezers overduidelijk dat ongelijke kansen starten in en aangeleerd worden in het Nederlandse onderwijs. Na het lezen van Nzume’s boek vol met bewijzen en een overweldigende hoeveelheid voorbeelden, verspreid over ruim honderdzeventig bladzijden, wordt iedere twijfel over dit feit weggevaagd.

De heldere blik van Nzume op het Nederlandse onderwijs is ongetwijfeld verrijkt door het feit dat zij al enkele jaren niet meer in Nederland woont, maar met haar gezin woonachtig is in de Verenigde Staten. Haar kinderen volgen onderwijs in het Amerikaanse schoolsysteem dat veel meer als uitgangspunt kent: ‘kijken naar de potentie van kinderen’. Ongetwijfeld ziet zij mede hierdoor en stelt zij vast dat in het Nederlandse onderwijs de sociale en culturele achtergrond zelden wordt gezien als een verrijking, maar vooral als een hindernis. De lezer krijgt dit in beeld met stellingen van Nzume als: Een Nederlandse taalachterstand stellen onderwijzers gelijk aan een leerachterstand.

Daarnaast constateert Nzume in haar onderzoek: dat het onderwijs in Nederland geestdodend, vooral verplicht en veelal veroordelend is, zeker voor kinderen met een niet-westerse achtergrond.

Behalve dat de publicatie een heldere opbouw kent, is het voorzien van een overweldigende hoeveelheid feiten. De feiten krijgen een ondersteuning met voorbeelden en uitspraken vanuit de persoonlijke ervaringen in ‘’ons’’ onderwijs van Nzume en haar enorm grote vrienden- en kennissenkring. 

Halverwege het prettig geschreven boek, confronteert Nzume haar lezers met de meer dan belangrijke vaststelling: dat, zolang verschil door afkomst, geloof en cultuur door witte onderwijsinstanties slechts wordt getolereerd, er sprake is van ongelijkwaardige machtsverhoudingen. Want tolerantie impliceert hiërarchie. Als onderwijzers die culturele superioriteitswaan niet erkennen en herkennen, noch de bijbehorende vooroordelen, blijft racisme verbonden aan het huidige onderwijs.

Nzume doorliep het Nederlandse onderwijs eind jaren toen de overheid, met de slogan: ‘Een slimme meid is op haar toekomst voorbereid’, de emancipatie en arbeidsparticipatie van meisjes en jonge vrouwen stimuleerde omdat ze in de nabije toekomst niet meer zouden kunnen rekenen op de financiële situatie van het kostwinnersmodel dat uit de sociale verzekeringen werd gehaald. De overheid reorganiseerde de wetgeving rond uitkeringen op basis dat iedereen voortaan voor zichzelf diende te zorgen en dus individueel verantwoordelijk werd gemaakt voor zijn of haar eigen inkomen.

Dit terwijl het tot in de jaren 80 en vanaf de jaren 50 lange tijd gebruikelijk was dat  ‘onderklassemeisjes’ naar de huishoudschool gingen en jongens uit die klasse naar de ambachtsscholen. ‘Bovenklassemeisjes’ naar de mulo, of zelfs hbs. Bovenklasse jongens naar het gymnasium (p.49). Met het beschrijven van die splitsing laat Nzume zien hoe het onderwijs decennia lang bepaalde groepen bediende. 

Docenten hebben volgens Nzume in te zien hoe het Nederlandse onderwijssysteem tot op heden segregatie als basis kent, doordat ze nog steeds gebaseerd is op de culturele superioriteitswaan rond witte, westerse mensen, waarbij ‘’Zwarte en Bruine mensen werden gedehumaniseerd’’. Welke gevolgen dit heeft voor de school gaande kinderen zou voor docenten inzichtelijk moeten zijn. Daarnaast is het van groot belang dat docenten hun vooroordelen erkennen en kennen. Waardoor ze onder andere bepaalde scholieren veel aandacht en anderen weinig. Dit resulteert in een lager schooladvies voor het vervolgonderwijs dat niet in overeenstemming is met de schoolresultaten en capaciteiten van de betreffende scholier. Met als onderbouwing uiteindelijk zal hij of zij het hogere diploma wel via enkele omwegen halen, maar het verstandiger lager te starten. Vaak verwijst men daarbij naar de thuissituatie en de dubbele culturele achtergrond van de scholier die daarmee gekwalificeerd is als een obstakel om direct op de juiste hoogte in te stromen in het vervolgonderwijs.

Nzume maakt pijnlijk duidelijk dat scholieren in het Nederlandse onderwijssysteem die zijn opgegroeid in een dubbele cultuur waarin niet alleen Nederlands, maar ook Arabisch of Papiaments wordt gesproken, een lager advies krijgen voor vervolgonderwijs. Haar constatering is dat het bezitten van een dubbele cultuur in het Nederlandse schoolsysteem niet als een extra plus of kunde wordt gezien. De tweetalige scholier heeft een grote handicap!   

Tot haar verbazing heeft Nzume dit zelf ondervonden toen zij het Nederlandse schoolsysteem doorliep. Zij werd in haar schoolloopbaan geconfronteerd met het feit dat zij als tiener opgroeide met een biculturele achtergrond en dat dit niet door haar docenten werd gezien als ‘’juist een streepje voor hebben’’. Volgens Nzume is het juist evident dat als je bent opgegroeid met een dubbele culturele achtergrond, als je hebt moeten vluchten, als je niet alleen Nederlands, maar ook een andere taal spreekt, je een extra kracht bezit. Nzume stelt dat er nog flink wat stap gezet moeten worden als maatschappelijk wordt gesteld dat goed onderwijs de gedroomde gelijkmaker is.  Dan moeten we elke cultuur en andere niet-dominante identiteiten als verbreding en versterking zien van ons onderwijs. Dus wie er voor de klas staat en wie het onderwijsbeleid maakt, moet in breedste zin een afspiegeling zijn van onze samenleving (p.103).

‘’Hallo witte scholen’’ is een noodzakelijk en belangrijk boek voor iedereen die werkzaam is in het onderwijs, voor beleidsmakers die dagelijks vanachter hun bureau de toekomst van duizenden kinderen bepalen en voor ouders die het Nederlandse onderwijssysteem proberen te doorgronden. Daardoor kan het boek een helpende hand bieden in de zoektocht naar de juiste school.

Gelukkig besluiten steeds meer schooldirecties en gemeenten om docenten te laten trainen door organisaties als Fawaka. Die kunnen goed uitleg en training geven over inclusief onderwijs en hoe dit voortaan door een onderwijsteam kan worden aangeboden. Voor alle scholieren in het Nederlandse onderwijs, dat vanuit de Nederlandse kolonisatie ook in het Caribisch gebied de maatstaf is, is dit boek een belangrijke doorbraak in visie op en het functioneren van het Nederlandse onderwijs. Nzume geeft aan hoe dit in de nabije toekomst positief te verbeteren is. Een beter start van het nieuwe kalenderjaar 2024 konden schooldirecties en docenten zich niet wensen met dit inzicht gevende boek.   ‘Hallo witte scholen’ geeft ontzettend veel inzichten om vanaf 2024-2025 het onderwijs ook in het Caribisch gebied meer inclusief in te richten.

Nzume stelt terecht dat het onderwijs een cruciale rol speelt in ‘’nation building’’ de burgervorming en zelfbeschikkingsrecht, maar verbindt daar niet de conclusie aan, iets dat de oplettende lezer als enige min punt zou kunnen noemen, dat de dekolonisatie van het onderwijs in  “Caribisch Nederland’’ (nog) moet starten. Gelukkig werken verschillende docenten op Curacao al hieraan met behulp van het Fawaka-lesmateriaal. 

Illustraties:

  1. Kaft boek
  2. Nzume portret
  3. Fawaka lesmateriaal
  4. 10x meer geschiedenis periode 6