Van zon naar regen – over fietscultuur en publiek transport
Een van de dingen waar ik behoorlijk aan moest wennen toen ik naar Nederland verhuisde, was de andere perceptie van afstanden. Een uurtje fietsen is hier niets bijzonders. Zo heb ik een klasgenoot die dit dagelijks doet, en anderen reizen heen en weer twee uur met de trein om naar school te komen. Tijdens de introweek fietsten sommigen om twee uur ’s nachts drie kwartier stomdronken naar huis, door het bos en over de Maas.. Men fietst hier door weer en wind, soms een uur of meer, om naar een feestje te gaan of een les bij te wonen, en komen vaak kletsnat aan.
Veel van mijn Bonairiaanse vrienden doen hier liever niet aan mee, al passen ook wij ons langzaam aan. Op Bonaire, als het regende, wisten we dat we eerder van huis moesten vertrekken omdat we anders vast zouden komen te staan bij de rotonde bij de San Bernardo kerk. Omdat veel straten op het eiland niet gemaakt zijn voor zware regenval, stonden de straten onder water en gingen er opeens veel meer mensen met de auto naar werk of school. Wat mij in Nederland verbaasde, was niet alleen dat mensen gewoon door de regen fietsen, maar dat velen niet eens een regenjas hebben. Een klasgenoot van mij heeft geen enkele jas met capuchon en mensen lachen nog altijd als ze mij in mijn regenpak zien. Sommigen bedoelen het goed; het is ook wel grappig omdat ik een regenpak voor kinderen draag dat alsnog veel te groot is. Anderen komen liever kletsnat op werk aan dan dat ze in zoiets gezien worden. Of dit een Nederlandse instelling is of gewoon iets van deze generatie, weet ik niet, maar als ik ze dan zie rillen tijdens de les, ben ik toch blij dat ik wel mijn regenjas aan heb gedaan.
Ook in Nederland gaan er meer mensen met de auto wanneer het regent. Ondanks de fietscultuur ken ik mensen die de auto pakken om naar de sportschool te gaan, die twee straten van hun huis ligt. Toch maken veel mensen gebruik van het openbaar vervoer, zelfs met slecht weer. De mensen die normaal liever meer dan een meter van elkaar verwijderd staan op het station, staan nu dicht tegen elkaar gedrukt onder het ene kleine afdak bij het treinstation. In de trein zelf liggen er diverse paraplu’s uit te lekken en kleurt de vloer bruin van modder die men naar binnen heeft getrokken. En bij heel slecht weer, valt opeens de helft van de treinen uit. Dat zie ik op Bonaire niet zo snel gebeuren. Daar duren de buien nooit lang en ik weet wanneer ik iemand bij een bushokje zie wachten, dat deze snel opgehaald zal worden. Of dit door een autobus of een willekeurige voorbijganger zal zijn, weet ik niet. Mijn klasgenoten werden bij slecht weer door hun ouders gebracht en geen van hen kan me vertellen hoe ik een dergelijke autobus te pakken kan krijgen. Ondanks dat er wel openbaar vervoer op Bonaire is, is het OV in Nederland zelfs met slecht weer veel betrouwbaarder. Hiermee ben je niet afhankelijk van de auto of een ander.
Op Bonaire wachten velen de buien af en kwamen dan te laat op school of soms helemaal niet. Hier in Nederland wordt degene die vraagt of we even zullen wachten geplaagd, maar ook hier zal een groep van drie studenten zich onder één paraplu proberen te proppen. Uiteindelijk worden de meesten toch liever niet nat en gaan ze, als het kan, met de auto. Dit geldt zowel op Bonaire als in Nederland.
Samantha van Cadsand
30-06-2024